Op de lagere school vertelde mijn meester dat te veel specialiseren leidt tot gebrek aan zicht op andere vakgebieden en zelfs aan overzicht over je eigen vakgebied. Dat vond ik vreemd. Als je je specialiseert, dan weet je toch juist alles van jouw vakgebied?
Deze uitspraak van mijn meester is tot op de dag van vandaag blijven hangen en vatte ik op als een waarschuwing. Ik wou nooit het overzicht over mijn eigen en andere vakgebieden verliezen. Het viel echter nog niet mee om open te blijven staan voor verschillende invalshoeken in een wereld die op specialisaties is ingericht. Het liefst zou ik vijf propedeuses halen in plaats van één studie af te ronden. Met enig kunst-en vliegwerk is het me gelukkig toch gelukt om zoveel mogelijk vakgebieden in mijn universitaire studie te integreren.
Na mijn studie kwam de praktijkkennis. Leren door gewoon aanwezig te zijn en te zien en analyseren hoe dingen in organisaties werken. Soms bestaat kennis alleen maar uit het bijwonen van de geschiedenis.
In mijn verlangen te weten hoe dingen werken, leverden beide manieren van kennis vergaren voor mij echter nog steeds niet voldoende antwoorden op. Daarom begon ik met yoga en later met meditatieve dans. Dit gaf verrassende inzichten vanuit het lichaam die toepasbaar bleken in allerlei situaties. Bijvoorbeeld: door mijn aandacht te richten op het moment en door te ontspannen, blijkt er meer ruimte te zijn in het lichaam dan verwacht. Dit inzicht was prima toepasbaar in mijn werk en in de rest van mijn leven. Eigenlijk was ik begonnen met leren niet door kennis te verzamelen, maar door bestaande kennis los te laten. Het was inzicht verwerven door de geest zo helder mogelijk te maken.
In de yoga wordt gesproken over “writi’s”. Wervelingen van het denken die je afleiden van de weg naar inzicht. Een van deze writi’s is kennis. De oefening is om open te blijven staan.
En dat wordt veel te weinig toegepast in ons dagelijks leven. We hechten erg aan onze kennis, en natuurlijk heeft het ons ook geweldige dingen opgeleverd. Maar de waarde die eraan wordt toegekend is te groot. We verliezen onze open blik.
Het is deze open blik die ons in staat stelt dingen te vinden waar we niet naar op zoek waren. Om ons te verbazen en echt te ontdekken. Om waar te nemen in de periferie en ons te laten verrassen door wat we daar kunnen aantreffen. Serendipiteit ontstaat in een bijzondere mix van gerichte aandacht en helderheid. En zo zijn we weer terug bij waar het allemaal begon op de lagere school. Zoals Louis Pasteur zei:
“Zich weten te verbazen is de eerste stap van de geest naar de ontdekking.”